De jeneverbessen zijn één van de weinige coniferensoorten die echt van nature in onze streken thuishoren. Ze groeiden tot zo'n 150 jaar geleden in bijna elk zanderig gebied van Frankrijk tot in noordelijk Polen. Jeneverbessen kunnen goed leven in heel arme gronden. Ze groeien tergend traag, en als ze de concurrentie moeten aangaan met andere boomsoorten, dan verliezen ze altijd. Misschien zijn ze daarom verbannen naar de schraalste gronden, omdat daar die andere soorten niet voldoende voedsel vinden.
Jeneverbessen - of Juniperis, zoals ze eigenlijk heten - kunnen tot wel 600 jaar oud worden. Ze vormen erg stekelige naalden als bladeren, die bijna geen enkel dier wil eten. Het worden zelden echte bomen. Oude jeneverbesstruiken zijn meestal zo'n 6 tot 8 meter hoog en dan hebben deze struiken soms een diameter van 20 meter. Ze zijn werkelijk ondoordringbaar. Kleine dieren zoals konijnen, marters en wezeltjes vinden er een perfecte schuilplek onder.
Jeneverbessen ruiken heerlijk. Met het minste vlaagje wind verspreiden ze een heerlijke zoetfrisse geur in de omtrek. Het zijn ook bijzonder mooie en karaktervolle planten, die met hun zilvergroene kleur een eigen beeld in het landschap vormen. Jeneverbesstruiken in het wild zijn doorheen heel Europa volledig beschermd. Je mag ze nergens weghalen, en de gebieden waar ze nog voorkomen zijn bijna altijd beschermde natuurgebieden. De bessen worden gebruikt in de keuken en natuurlijk ook om jenever mee te stoken.
Op ons park Bispinger Heide staat een heel mooi en oud jeneverbessenbos. Omgeven door paarse heide staan hier honderden enorme jeneverstruiken, die een landschapsbeeld geven zoals het er op veel plekken enkele eeuwen geleden heeft uitgezien. Dit jeneverbessenbos is zeldzaam. Het bevindt zich binnen de parkgrenzen en ligt aan de oostzijde van het centrum. Het is een uiterst waardevolle en fascinerende plek, die je maar zelden ziet. Center Parcs heeft dit gebied vanaf het begin heel goed beschermd. Het is ondenkbaar dat het door de komst van het park verloren zou gaan. Integendeel, het gebied is er gezonder op geworden. Door een goed beleid en een minimaal ingrijpen is het een heel vitale plek geworden.
De gasten van Bispinger Heide kunnen mooie wandelingen maken in dit jeneverbessenbos. Je ziet er erg veel vogelsoorten, die tussen de stekelige naaldjes veilige nestplekken vinden. De Duitse overheid maakte zich in het begin zorgen over de toekomst van dit jeneverbessenbosen de vele bezoekers die het zouden willen zien. Maar net dit kwetsbare stukje natuur toont aan dat mens en natuur perfect samen kunnen leven. Er is geen enkel nadelig gevolg van menselijke aanwezigheid vast te stellen. De populatie van vlindersoorten en de groei van zeldzame kruiden zijn enkel toegenomen. Er ontspruiten overal in de omgeving jonge jeneverbesboompjes uit de grond, plantjes die we met grote zorg koesteren.
Het jeneverbessenbos van Bispinger Heide heeft een zekere en lange toekomst en al onze gasten kunnen de zeldzame plek met deze aparte planten bezoeken, want hier gaan mens en natuur heel goed samen.
Bron: Blog Jean Henkens