Iedereen kent ze wel, die vliegensvlugge roestbruine lenige bengels, de eekhoorntjes.
Zonder enige moeite rennen ze boomstammen op en af, springen ze elegant van tak naar tak. Het zijn echte acrobaten.
Eekhoorns zijn knaagdieren en dus heel nauw verwant aan de rat en aan de muis, en toch vinden de mensen eekhoorntjes heel innemend.
Dat komt zeker door hun erg lieflijk voorkomen. Ze hebben glimmend zwarte, altijd nieuwsgierige ogen. Hun roestbruine pels is schitterend en zacht, en de helft van hun lijf wordt ingenomen door een enorme pluimstaart. Het zijn gewoonweg geweldige dieren om te zien. Er zijn weinig diersoorten ter wereld waarvan de uitstraling vergelijkbaar is met die van onze eekhoorn.
We moeten er trots maar ook heel zuinig op zijn.
Eekhoorntjes leven het liefst in oudere bossen en parken. Ze hebben op hun menu een voorkeur voor dennenappels, maar die zijn er niet het hele jaar door, dus er moet wel wat meer te vinden zijn.
Van nature zijn het wat schuwe beestjes, maar ze zijn heel erg slim en ze merken al snel of jij - als mensenbuur - een vriend bent of gevaar betekent.
Ze bouwen hun grote ronde nesten in de hoogste toppen van de bomen. Vaak beginnen ze hun eigen nest in een verlaten kraaien- of eksternest.
Ze slepen takjes, mossen en droge bladeren naar hun nesthuis, waarmee ze een zachte en waterdichte slaapplek bouwen.
Heel vroeg in het voorjaar, in februari, worden in deze nesten de jongen geboren. Elke moeder eekhoorn brengt 3 tot 7 jongen ter wereld. De kleintjes zijn dan nog blind en naakt en wegen nauwelijks 10 gram. Moeder eekhoorn zoogt ze 6 tot 7 weken, pas dan kunnen de kleintjes overschakelen op een echt eekhoornmenu, en daar staat nogal wat op!!! Zaden, noten, bessen, sappige boomknoppen, frisgroene twijgjes en natuurlijk........ dennenappels.
Met veel plezier komen ze ook de vogelvoedertafels stropen, want alles wat je daar voor de vogels neerlegt, dat lusten de eekhoorns ook.
Ze wennen snel aan mensen en komen tot heel, heel kort bij je, als je ze met respect behandelt. Het zijn echt gulzige verzamelaars. Ze laten niet gauw iets liggen voor degene die na hen komt.
Ik heb al jarenlang een grote vogelvoedertafel net aan het raam van mijn kantoor. De afstand tussen mijn werkplek -de plek waar ik het meest creatief kan zijn - en deze voedertafel is minder dan één meter. Enkel een groot raam scheidt deze voedertafel van mijn tekentafel. Dagelijks is het een komen en gaan van eekhoorntjes. Via een dikke koord die van de boomkruin naar de voederplek leidt, rennen ze met een grote hebberigheid naar de voorraad noten en zaden, die daar voor alle dieren zijn neergelegd. De vogeltjes stuiven weg, zelfs de logge duiven maken snel plaats voor de snelle pluimstaarten. De eekhoorntjes proppen hun bekjes zo vol dat ze opgeblazen hamsterkopjes krijgen!!! Vliegensvlug verlaten ze de voedertafel om hun buit ergens in de buurt in te graven, als reserve voor tijden dat er minder te vinden is. Ja, het zijn echte spaarders.
Eekhoorntjes houden geen echte winterslaap, maar hebben meer een rustige periode. Als het heel erg koud en guur is komen ze soms dagen niet uit hun nest. Maar als het weer een beetje beter wordt, dan zoeken ze hun aangelegde voorraadjes weer op, die ze her en der verspreid in de grond hebben ingegraven. Veel van hun voorraadkamers vinden ze echter nooit meer terug. En daaruit groeien in het voorjaar nieuwe hazelnoten, eiken, beuken, dennen en zo meer. Zo zaaien ze - zonder dat ze dit zelf ooit weten - een heel nieuw stuk bos, en dat is goed voor iedereen.
Eekhoorntjes leven best graag in de omgeving van mensen. Bij Center Parcs zie je dat heel goed. Er leven op onze vakantieparken erg grote populaties, die soms 8 keer zo groot zijn als in de bossen van onze buren. Ze zijn bij ons ook helemaal met de mensen vertrouwd, en ze komen onze gasten opzoeken tot soms wel binnen in de cottage. Ze doen dat echt niet om extra vriendelijk te zijn. Nee, ze hopen bij elk van onze gasten iets mee te snoepen van de tafel, een korstje brood of een nootje, ze lusten het al gauw.
Alhoewel ze schattig zijn en soms bijna tam lijken, raad ik je sterk af om ze op te pakken. Ze bijten meteen, en nog flink ook.
Eekhoorntjes zijn heerlijke buren, en zeker nooit geen huisgenoten.
Het is gelukkig verboden om ze te vangen of als huisdier te houden. Je zou toch zelf nooit zo'n geweldige acrobaat alleen maar voor je eigen plezier willen verbannen naar een stalen kooi en hem het plezier van zijn eigen leven willen onthouden?
Als je eekhoorns wilt lokken naar een plek waar je ze goed kan gadeslaan, smeer dan een beetje pindaboter uit op een stuk karton en hang dat op de gewenste plek. Ze zullen al gauw op de geur toesnellen. Zorg ervoor dat ze die pindaboter niet kunnen bemachtigen, want dat is veel te vet voor hun maagjes. Geef ze eikels, nootjes en stukjes fruit, dat is veel beter voor deze diertjes.
Hopelijk krijg je gauw de kans om zelf eens uitgebreid te genieten van een eekhoornstunt bij jou in de buurt, dan snap je waarom ik zo'n zwak voor deze beestjes heb.
Bron: Blog Jean Henkens